Morgen verder
‘Morgen krijgt u het laatste woord’, zegt de voorzitter. ‘Iedereen is benieuwd of u dan antwoord op de vragen kunt geven.’
De rechter vertelt dat de zaak dinsdag 29 november verder gaat met het requisitoir, het pleidooi en het laatste woord.
Voor vandaag is het liveblog ten einde.
Geen antwoorden
Wilt u daar op reageren meneer K., vraagt de voorzitter. De verdachte lijkt er niet uit te komen. Hij beweegt met zijn hoofd en fluistert iets naar zijn advocaat. ‘Ik geloof dat meneer wil zeggen dat hij sprakeloos is’, zegt Kalk. ‘Ik weet niet wat meneer wil zeggen’, antwoordt de rechter. ‘Heeft u antwoorden?’
K. schudt zijn hoofd en zegt: ‘Het is absurd en verschrikkelijk. Maar het maakt niet uit wat ik zeg. Ik weet oprecht dat ik dit nooit heb gewild. Ik begrijp hun frustratie. Ik kan mij niet voorstellen hoe het moet zijn om je dierbare op zo’n gruwelijke manier te verliezen. Het spijt mij verschrikkelijk.’
Hoeveel bloed heb jij gehad?
Toen ze bij de bloedbank zat moest ze aan K. denken. ‘Ik mocht na langere tijd weer bloed geven. Bloed geven voor mensen die het heel hard nodig hebben… Hoeveel zakken bloed heb jij gehad?’
Politie bedankt
Vanuit het diepst van haar hart bedankt ze de politie. Ze weet dat het hun werk is, maar ze heeft er geen woorden voor. ‘Vanuit het diepst van hart: dank jullie wel, voor alles!’
Litteken op mijn leven
‘Ik had het nooit overleefd als ik daar in de gang had gestaan. Als ik tijdens het telefoongesprek was teruggelopen. Ik leef elke dag met de lichamelijke en psychische gevolgen van 17 september 2021. Er zit een stempel in mijn hoofd en op mijn hart. Er zit een litteken op mijn leven.’
Zoon slaapt met licht aan
De gevolgen voor hun jonge kinderen zijn groot, schetst ze. Als een jongetje op het schoolplein tegen een schoolgenootje roept ‘ik ga je vermoorden’ is haar zoon helemaal van slag. Hij slaapt alleen nog maar met het licht aan.
Haar dochter schrok toen Mariëlle zei een uurtje naar het werk te gaan. Die angst, dat ze niet aan haar kinderen kan beloven dat ze terugkomt, doet haar ontzettend veel verdriet.
Dankbaar
Als Mariëlle thuiskomt valt haar dochter huilend in haar armen. ‘Dat mijn kinderen dit mee moeten maken. Onze jongste dochter durft niet naar mij toe, ik zie er onherkenbaar uit.’
‘Ik ben dankbaar dat ik leef, maar voel me moe en voel mij vreselijk. Het klinkt vreemd, maar ik ben dankbaar, ontzettend dankbaar dat ik er nog ben, wetend dat zij er niet meer zijn.’
Het antwoord
Later komt de recherche, vertelt Mariëlle. Zij hebben wel het antwoord. ‘Die leeft niet meer, zeggen de agenten.’
‘En Maral? Die ook niet?’
‘Nee, ook zij niet’
‘Zijn ze vermoord?’
Dan word ik warm en koud. Dit is het ergste wat je kunt meemaken. Gruwelijk.’
Hoe gaat het met mijn patiënt?
Als ze wakker wordt in het ziekenhuis staat haar man naast het bed. Ze heeft pijn. Meerdere breuken in het gezicht, dubbele breuk in haar arm etc. Maar ze was vooral blij dat ze nog leefde. ‘Hoe gaat het met mijn patiënt?’ vraagt ze aan haar man. Hoe gaat het met Zonund Kardanakyan?
Nooit de verbinding verbreken
Tot er iemand hard op de deur bonste. Dit is niet goed, dacht Mariëlle. Ik moet hulp roepen. Ze loopt naar het balkon en hoort vreselijke geluiden. ‘Ik was vreselijk bang. Nooit de verbinding verbreken, dacht ik nog’
Klim ik nu over de balkonrand? Denkt ze. Ja, blijkbaar doe ik dat in doodsangst. Het is een wonder dat ik hier nog sta, zegt ze nogmaals.
Een dag als alle andere
Haar dag begon als alle andere, beschrijft ze. Haar man ging naar het werk, de kinderen naar school. Nog even daar brigadieren en dan aan het werk. Ze ging naar Zonund Kardanakyan zoals zo vaak.
In de deuropening van het appartement heette mevrouw Kardanakyan haar met een glimlach welkom. Ze had weer lekkere loempiaatjes gemaakt. Maral Dermovsesian was er ook, zoals vaker, zij kenden elkaar goed. ‘Maral werkte ook in de zorg en ik hielp haar wel eens bij haar opleiding.’
God heeft mij gered
Het woord is nu aan Mariëlle, de Rijssense verpleegster die bij Zonund Kardanakyan in haar flat was. Zij ontsnapte en hing aan het balkon. ‘Als het aan K. had gelezen had ik hier niet gestaan en was mijn man weduwe geweest. God heeft mij gered.’
Glimlach als mooiste bloemen
De jongen wil de glimlach van zijn moeder weer zien, die zo mooi was als de mooiste bloemen op aarde. Hij heeft een boodschap voor iedereen: ‘Kijk om je heen en wees lief voor de mensen van wie je houdt.’
Lafaard
Nu richt hij zich tot K.: ‘Ik wil dat je mij aankijkt. Hoe kun jij plezier beleven aan het vermoorden van mijn moeder? Ik wil dat jij de ergste straf krijgt die er is. Hoe kun je vechten met mijn moeder? Lafaard. Daarna heb je mijn moeder en tante doodgestoken.’
‘Je bent een lafaard, dat blijkt uit alles. Je bent bewust naar het huis van tante gegaan. Je zocht op hoe je mensen moest vermoorden, je zocht op hoe je sloten moest openmaken. Ik zal je nooit vergeven en hoop dat je een ergere straf krijgt dan je mijn moeder en tante hebt aangedaan.’
Sterkste moeder
‘De pijn en angst die mijn moeder moet hebben gehad, houdt mij nachten wakker.’ Zij had geen schijn van kans om de aanval te overleven, zegt hij. ‘Zij leefde nog nadat ze 17 keer was gestoken. Het is de sterkste moeder en ik ben trots dat ik haar zoon ben. De vrouw die haar tante wilde beschermen. Maar in plaats van dat ik in haar armen lig, ben ik hier met jouw Kenzo.’
Hand voor gezicht
Kenzo K. luistert naar de 16-jarige jongen met een hand voor zijn gezicht. De jongen vertelt rustig zijn verhaal, over wat hij de zwartste dag van zijn leven noemt.
Zijn vaders blik
Op school kreeg hij de berichten over Almelo mee, maar dacht er niet over na. Tot zijn vader belde. De jongen was alleen thuis. Dit is foute boel, dacht hij. Hij hoorde dat zijn tante was overleden en bedacht dat zijn moeder daar ook geweest moest zijn. Toen zijn vader thuiskwam zei diens blik genoeg.
Hun laatste gesprek
De jongen vertelt over hun laatste gesprek, zij ging weg, hij moest nog naar school. Het laatste wat ze tegen hem zei was: ‘Vergeet niet de deur goed op slot te doen en vergeet niet vitamine D te nemen’. Maral Dermovsesian zei ‘doei’ en trok de deur achter zich dicht.
Ik had haar nog lang nodig
‘Mijn moeder is vermoord toen ik 15 jaar oud was. In de bloei van mijn leven. Ik had haar nog heel lang nodig.’
‘Ik kan niet slaap lekker meer zeggen. Ik kan niet meer over problemen met haar praten. Ik mis haar liefde en gezelligheid.’
Zoon (16) leerde van zijn moeder het positieve te zien
‘Ik heb mijn moeder al meer dan een jaar niet gezien’, begint de 16-jarige zoon van Maral Dermovsesian zijn verhaal. Het was een lieve, creatieve vrouw. Ze deed alles, zolang anderen maar plezier hebben.
Hij werd geleerd altijd het positieve te zien. ‘Maar dat kan ik helaas niet meer’, zegt hij. De jongen is zijn moeder dankbaar voor alles wat ze hem geleerd heeft.
K. misleidde onderzoekers
De man eist antwoorden van K. Wat is er gebeurd in het appartement van mijn tante, waarom moesten zij dood? Waarom vond de politie geen bloedsporen in jouw appartement?
Ook vindt hij het vreemd dat K. zich dingen kan herinneren van zijn eerdere zelfmoordpoging, ook onder invloed van drugs. Maar van de dood van zijn tantes zegt K. niets te weten.
K. heeft volgens hem zelfs de onderzoekers van het PBC weten te misleiden. Tot zijn verbazing geloofden zij K., maar hij niet. ‘Kenzo, wij kijken dwars door jou heen. Dat zwarte gat zit niet in jouw geheugen, maar in jouw hart.’
Voorlezen uit dossier
De neef leest verschillende stukken uit het dossier voor, deze zijn ook op de eerste zittingsdag besproken met K. Over de appjes, de wapens, de vechtsporten, de verklaringen van K.’s vrienden en het drugsgebruik. ‘Mijn onschuldige tantes hadden geen schijn van kans tegen jou.’
Kenzo K. kijkt niet
Kenzo K. zit met zijn hoofd naar beneden en kijkt naar het tafelblad terwijl hij de woorden van de neef aanhoort.
Tijdens het verhaal van de dochter van Maral Dermovsesian bleef K. de vrouw - op haar eigen verzoek - wel aankijken. Ogenschijnlijk onbewogen, maar mensen die dichtbij hem zate, zagen hem soms trillen en een traan over zijn wangen gaan. Een zakdoekje hoefde hij niet.
Heel pijnlijk
De zitting gaat verder met de neef die zijn tekst moest aanpassen. Hij vindt het heel pijnlijk omdat hij vijf maanden gewerkt had aan zijn woorden.
‘Mijn tantes hebben we niet op een natuurlijke manier verloren. Kenzo, we zullen je nooit vergeven voor wat je hebt gedaan, voor deze gruwelijke daad. Het is overduidelijk dat je je hebt voorbereid.’
Mijn hart huilt
Ze beschrijft emotioneel wat de gevolgen zijn voor haar. ‘Ik herken mijzelf niet meer terug. Je hebt zoveel schade gebracht. Zoveel. Zoveel.’ vertelt ze met uithalen. ‘Mijn hart huilt, de glans is weg. Waarom heeft dit moeten gebeuren, waarom?’
‘Mamma, niemand weet hoe jij de laatste minuten van je leven voelde. Jij vrolijke, liefdevolle vrouw. Met zoveel angst, stress en pijn. Veroorzaakt door een groot mes van een man, die een professionele vechtsporter is. Op zoek naar onschuldig bloed. Kenzo, mijn moeder was helaas een van jouw slachtoffers.’
Kenzo zit stil en kijkt haar aan. Zij blijft hem aankijken terwijl ze met advocaat Van Egmond terugloopt naar haar plek in de zaal, waar ze wordt getroost door familieleden.
De rechtbank besluit tot een kwartiertje pauze, om op adem te komen.
Rol van moeder overgenomen
Ze vertelt hoe haar 15-jarige broertje de gebroken stukken van zijn hart bij elkaar moet vegen. Meer dan ooit voelt hoe ze de rol van moeder nu in het gezin moet opnemen. Ze doet het met liefde, zegt ze, maar het is zo confronterend als ze beseft dat haar moeder dit allemaal deed.
Nooit oma worden
‘Jij had allang hulp moeten zoeken, Kenzo. Kijk wat de uitkomst nu is.’ De vrouw wijst door de zaal. Naar de tribune, naar haar familie, de rechters. ‘Kenzo, jij komt straks voor een rechtvaardige god te staan. Of je dit nu accepteert of niet.’
‘Door jou zal ze nooit meemaken hoe ik straks als leerkracht afstudeer, zal ze nooit dansen op mijn bruiloft, zal ze nooit oma worden.’
Ben je nu gerustgesteld?
‘Mijn vreugde werd gestolen en vernietigd door jou Kenzo…Vanaf deze dag stond ons hele leven op zijn kop. Niet alleen is mijn moeder vermoord, maar ik heb ook de moeilijkste les uit mijn leven geleerd. God is mijn kracht.’
‘Dit had nooit moeten gebeuren. Nooit. Hoe kun jezelf een mensen noemen, wetende dat je twee mensen hebt vermoordt. Ze heeft gevochten voor haar leven. In haar laatste moment was ze bang, voor jou. Ben je nu gerustgesteld? Was de kwade geest gekalmeerd na het vermoorden van mijn lieve moeder en tante?’
‘Niet alleen heb je hun leven verwoest, maar ook die van jezelf. Dat is wat de duivel wil.’
Ellende en verdriet
‘Ik leefde in ongeloof. Tot de dag van vandaag bel ik mamma nog, in de hoop dat ze zal opnemen’, zegt de vrouw verdrietig. ‘Maar dan besef ik dat ze nooit meer terugkomt.’
‘Mijn hele familie had pijn en ik moest ze een voor een onder ogen zien. Dat was een klap. Weer een realiteit dat mijn moeder mij ontnomen was. Alles was ellende, verdriet, pijn en nog eens pijn. Het was verschrikkelijk.’
Leeft mamma of niet?
Ze las het nieuws over de kruisboogschutter en herkende het balkon van haar tante. Haar vader zei dat hij op weg was naar Almelo omdat haar tante was aangevallen. De vrouw maakte zich ernstig zorgen over haar moeder. Ondanks alle berichten was ze er van overtuigd dat het haar moeder was die de aanval had overleefd.
‘Leeft mamma of niet?’ was het enige wat ze haar vader vroeg toen ze elkaar eindelijk zagen. Hij keek haar niet aan. Dat bevestigde waar ze bang voor was. Ze viel flauw.
Bezeten door demonen
Na een diepe zucht gaat de vrouw verder. Haar kinderen waren het licht in het leven van Maral Dermovsesian, vertelt ze. Elke avond kregen ze een welterusten-appje. Maar ze wist niet dat donderdag 16 september de laatste keer was.
‘Ik weet niet zo goed hoe ik vrijdag 17 september 2021 moet beschrijven. Moet ik het de duistere vrijdag noemen? Onze onschuldige moeder en tante werden vermoord op een beestachtige manier. Ik weet zeker dat diegene bezeten was door demonen.’
Gevlucht voor oorlog
De vrouw vertelt hoe haar moeder was, geboren in Irak, creatief, muzikaal en erg begaan met anderen. De pasgetrouwde vrouw vluchtte met haar man voor de oorlog naar Nederland.
‘Mijn moeder is niet alleen mijn moeder geweest, maar ook mijn allerbeste vriendin’, vertelt ze. Ze voedde haar kinderen in liefde op. ‘Wat er ook gebeurt, we moesten altijd blijven lachen.’
Misselijk
De dochter van Maral Dermovsesian neemt het woord en vraagt aan Kenzo K. om haar aan te kijken. K. draait zijn stoel naar haar toe. De vrouw kijkt hem aan terwijl ze haar verhaal vertelt.
‘Het feit dat ik heb moeten oefenen om jou bij naam te noemen, zegt vast veel Kenzo. Ik word er misselijk van. Ik betwijfel of je doorhebt wat ik je zo ga vertellen. Wat voor een geweldige vrouw mijn moeder was.’
Wijzende vinger
‘Jij wist dondersgoed wat je deed. Na 26 messteken zat er geen druppel bloed op jou’, zegt de vrouw.
‘May god have mercy on you, because of what I want’, besluit de dochter met een wijzende vinger naar K.
Wie heeft wat gezien
Mamma was een liefdevolle en behulpzame oma die klaar stond voor iedereen. Ze gaf ons alles zonder iets terug te vragen.
Maral, dappere Maral. Waar muziek was, was Maral. Je hebt niet alleen hun vermoord, maar de hele familie. Ik vraag me af, wie heeft wie afgeslacht zien worden. Was het mamma of was het Maral?
Geen lievelingsspullen in de kist
‘Je denkt dat je god bent, zei je. Maar je vergist je. Jij bent gewoon de duivel. Waar we jaren geleden voor gevlucht zijn heeft ons achtervolgd naar hier.’ zegt de dochter van Zonund Kardanakyan.
‘Door jouw gruwelijke misdaad heb ik niet eens haar lievelingsspullen bij haar in de kist kunnen doen omdat de recherche nog bezig was met onderzoek’, zegt ze snikkend.
Wegrotten
De zoon van Zonund Kardanakyan wil voorkomen dat Kenzo K. nog meer mensen pijn zal doen in de toekomst. Hij mag van hem wegrotten in de gevangenis. Dat hij twee mensen van het leven heeft beroofd bezorgde K. een kick.
K. mag misschien de rechtbank en de psychiaters willen misleiden, maar dat zal K. nooit lukken bij hem, zegt de man. ‘Ik ga jou nooit vergeten’.
Zelfs datum uitgekozen
‘Jouw plan is gelukt Kenzo’, zegt de man die naast advocaat Diekstra is gaan zitten. ‘Je hebt de hele familie vermoordt.’
Hij hekelt de proceshouding van K. en beticht hem van toneelspel. ‘Het wordt tijd om te vertellen wat je gedaan hebt, je hebt twee moeders vermoordt. Met 17 en 9 messteken. Maral 17 keer en mijn moeder 9 keer. Zelfs de datum heb je uitgekozen, 17 september.’
‘Je bent een wolf. Dat mag ik wel zeggen toch? Je bent een wolf in schaapskleren.’
Verdachte
‘Ik wil benadrukken, meneer K. zit hier als verdachte’, spreekt de voorzitter uit naar de nabestaanden. ‘U kunt zijn gedrag benoemen, maar niet de persoon. Bijvoorbeeld u heeft zich monsterachtig gedragen, maar niet u bent een monster, u bent een moordenaar.’
Dan moet de neef alsnog veel veranderen, zegt Diekstra. Er word gekozen voor een praktische oplossing. Een andere nabestaande komt naar voren om zijn verhaal te doen, de neef kan zijn tekst wijzigen.
Slachtofferadvocaten fel tegen wijzigingen
‘We komen er niet uit’, zegt advocaat Diekstra. Het steekt hem dat er bij andere grote zaken niet is ingegrepen en hier wel, zegt hij. Er staat monster, beest en moordenaar in de teksten van zijn cliënten en die komen er nu niet uit.
Mocht de rechtbank niet doen wat hij verzoekt dan vraagt hij om hier een akte van op te maken, dat hij kan gebruiken in hoger beroep. Zijn cliënten mogen niet beperkt worden in hun spreekrecht.
Advocaat Van Egmond is het eens met haar collega. Ze zegt dat haar cliënten van meet af aan kort worden gehouden. In de strafzaak van Nicky Verstappen mochten de mensen de verdachte in zijn ogen noemen.
Volgens haar hebben haar cliënten zich ingehouden. Zij weten niet hoe ze Kenzo K. dan moeten noemen. Van Egmond komt het vaak voor dat nabestaanden de verdachten moordenaar, monster en beest noemen. Dat moet hier ook kunnen zegt zijn.
Moeten we nog rekening houden met andere woorden, vraagt de voorzitter. ‘Beest, duivel, monster’ somt Diekstra uit zijn hoofd op. Maar geen scheldwoorden als klootzak, verzekeren beide slachtofferadvocaten de rechtbank. Die trekt zich nu terug.